1. Politiek geweld en radicalisering

Paul sloot in 2020 een drieledige studie af van het politiek geweld en radicalisering in België. In een eerste boek, in 2017 verschenen onder de titel Jihadi's in België - De route naar Zaventem en Maalbeek, ging hij in op de voorgeschiedenis van het jihadisme in ons land en de radicalisering binnen een beperkte kring van "returnees" die de aanslagen van maart 2016 pleegden in Brussel. Hij werd als expert gehoord door de parlementaire commissie die naar aanleiding van deze aanslagen werd opgericht.

In een tweede boek, Loden Jaren - De Bende van Nijvel gekaderd, deed hij in 2018 het relaas van de feiten die zich afspeelden rondom het fenomeen dat sinds de 80-er jaren "de Bende van Nijvel" is gaan heten, waarbij hij een bijzondere aandacht gaf aan de context waarbinnen deze feiten zich afspeelden.

In het boek, Terrorisme in België - Polarisering en Politiek Geweld, verschenen in 2020, maakt hij een round-up van de terreurfeiten die zich afgelopen decennia voordeden in ons land, waarmee hij de geschetste triptiek afsloot.

In 2020 bracht hij Haatzaaiers, Extreemrechtse Radicalisering uit, waarin voornamelijk het gevaar besloten in extreemrechtse ideologieën aan bod komt. Dat thema werkte hij verder uit in zijn meest recente boek Georganiseerde Wanorde. Rechts-extremisme in Vlaanderen 2019-2021.

2. Stedelijkheid en Sociale Cohesie

In 2017 sloot Paul, in samenwerking met dr. Elke Devroe en prof. dr. Adam Edwards (Cardiff University) een grootschalige studie af onder de titel Policing European Metropolises. The Politics of Security in City-Regions. Tal van buitenlandse experten werkten eraan mee. 

Het was het culminatiepunt van diverse inspanningen die in het verleden reeds werden geleverd op dit studiedomein, dat nog steeds de bijzondere interesse wegdraagt van Paul. Zo schreef hij mee aan het eindverslag van het project van de Koning Boudewijnstichting "Algemeen Verslag over Onveiligheidsgevoelens - Luisteren naar mensen over onveiligheid"  en was eveneens lid van de task-force stedenbeleid, die het witboek "Over Stadrepublieken en rastersteden" uitbracht.

3. Publieke & Private Politie

Politie is het domein waarop Paul het langst gewerkt heeft. Het is als het ware de rode draad doorheen zijn loopbaan. Zo was hij van 2004 tot 2015 voorzitter van het Centre for Policing and Security. In 2014 was hij lid van de federale werkgroep die "Een politie in verbinding, Een visie voor de politie in 2025" voorbereidde. Naar aanleiding hiervan gaf hij met een aantal collega's het boek "De Toekomstpolitie, Triggers voor een voldragen debat" uit. In 2012 trad hij als consultent op voor de gouverneur van Oost-Vlaanderen bij de hervorming van de Oost-Vlaamse Politieacademie.  

Ook bij de ingrijpende politiehervorming van 1998 speelde hij een actieve rol. Hij was lid van de expert-groep die de toenmalige regering adviseerde omtrent de te volgen keuzes, die het rapport "Eenheid in verscheidenheid - Vrijheid in gebondenheid" afleverde en nam hij het voorzitterschap waar van de werkgroep "Veiligheidsplannen" bij de implementatie van de nieuwe "geïntegreerde politiedienst, gestructureerd op twee niveaus". In dit kader stelde hij het "1ste nationaal veiligheidsplan 2001 - Krachtlijnen" op en het "Vademecum veiligheidsplannen ten behoeve van het opstellen van het nationaal veiligheidsplan en de zonale veiligheidsplannen" op. Navolgend was hij auteur van de ministeriële omzendbrief CP1 van 27 mei 2003 betreffende Community Policing, B.S. 09-07-2003. Hij verzorgde tevens de omvangrijke toelichtende bijlage hierbij. Men kan rustig stellen dat hij mee de politiehervorming als de invoering van de gemeenschapsgerichte politie heeft geschraagd.

4. Veiligheidsfenomenen & ordeverstoring

Als criminoloog bestudeert Paul in eerste instantie criminaliteitsvormen en overlast; als socioloog is hij gebeten door rellen, openbare ordeverstoring en manifestaties. Niet alleen leverde hij als hoofd van de Afdeling Politiebeleidsondersteuning (APSD) vanaf 1994 de landelijke criminaliteitscijfers, maar gaf hier ook duiding bij aan diverse lokale beleidsmakers. Ook voorzag hij beleidsmakers bijkomende diepgaande analyses.

Ook nieuwe fenomenen (zoals cybercrime, ondermijnende criminaliteit en schendingen van de privacy) worden vanuit een visie op ‘politie in de toekomst’ bestudeerd. Spontane massabijeenkomsten, rellen en collectief vandalisme vergen een specifiek politieoptreden. In zijn boek ‘Sire, ik ben ongerust’ beschrijft Paul de geschiedenis van ordehandhaving door politie, rijkswacht en leger. Meer recent werk toont aan dat rellen (zoals het massaal op straat komen tegen politiegeweld in de U.S, maar ook in eigen land) vaak onderliggende redenen hebben van ongenoegen, niet gelijkwaardig behandeld worden en gebrek aan toekomstperspectief. Het ontwikkelen van een integrale visie op sociale cohesie is in dat kader erg belangrijk. 

5. Ecofin, Informele Economie & Inspectiediensten

Paul was de eerste in ons land die onderzoek verrichtte naar bijzondere inspectiediensten (BIDs) toen hij in het kader van zijn doctoraal proefschrift de arbeidsinspectie van naderbij bekeek. Sindsdien heeft hij het onderzoeksdomein niet meer losgelaten. BIDs zijn diverse inspectoraten die verbonden zijn aan tal van administraties, meestal beschikken over beperkte politiële bevoegdheden en actief zijn in het bestrijden van onregelmatigheden in bedrijven (arbeidsvoorwaarden, leefmilieu, voedselveiligheid, farmaceutica, edm.).

In het verlengde hiervan heeft hij over allerhande vormen van financieel-economische criminaliteit studies verder gevoerd en gepubliceerd. Vooral in het domein van de "informele economie", ook wel de "grijze economie" genoemd. Op dit domein, geprangd tussen legaliteit en illegaliteit, heeft hij baanbrekend werk verricht, voornamelijk in relatie tot de zogenaamde georganiseerde criminaliteit en witteboordencriminaliteit. 

6. Integrale Veiligheid & Plural Policing

De veiligheid verzekeren is allang geen taak meer van politie alleen. Vaak functioneert politie in een breder veld met actoren uit de niet-commerciële private sector of andere publieke rechtshandhavers, actoren uit de preventiesector, stedelijke (lokale) en gewestelijke beleidssectoren zoals sociale huisvesting (huisjesmelkerij, mensenhandel), tewerkstelling (zwartwerk, illegale migratie), onderwijs en anderen.

Paul heeft tijdens zijn werk bij de APSD het embryo gelegd voor wat later de ‘zonale veiligheidsplannen’ werden genoemd. Hij adviseerde de Minister van Binnenlandse Zaken het land in te delen in ‘Interpolitiezones’ (IPZ) en vertaalde het Nederlandse ‘driehoeksoverleg’ naar Belgisch model. Hij schreef de integrale veiligheidsgedachte concreet in diverse regeringsplannen in.  Ponsaers heeft diverse studiedagen over integrale veiligheid ingericht, vaak verbonden met een publicatie (politie en andere maatschappelijke partners, zoals in het project "Out of the box"). Ook adviseerde hij diverse burgemeesters over hoe concreet integrale veiligheid in de gemeente door te voeren.

7. Evidence based beleid & evaluatie

Het evidence-based werken wint ook binnen het maatschappelijke veiligheidsdomein steeds meer aan belang. Veiligheidsbeleid wordt niet langer met de natte vinger gevoerd. Toch lijkt een concrete vertaalslag van wetenschappelijke, vaak complexe, inzichten naar concreet beleid en praktijk niet eenvoudig. Paul heeft zich deze competentie door jarenlange expertise eigen gemaakt. Met het ‘Centrum voor Politiestudies’ bracht bij wetenschap tot bij de politie en heeft daarmee deze beroepsgroep in grote mate geprofessionaliseerd.

Maar ook ondersteunde hij diverse praktijkwerkers, beleidsmakers en het bredere publiek bij het nemen van beslissingen over interventies binnen het veiligheidsdebat. Hij inspireerde zowel in Vlaanderen (Vlaams Evaluatieplatform, VLIR) als in het buitenland (WODC, Commissie Gedragsinterventies, CESDIP, IHESI, Scottish Institute for Policing Research, Max Planck Society) debatten, studiedagen en publicaties met als doel na te gaan of de politiek wel de juiste keuzes maakt en of deze keuzes, na evaluatieonderzoek, wel standhouden als nuttig voor de praktijk. Gedurende lange tijd was Paul lid van de raad van advies van het Wetenschappelijk Onderzoeks- en documentatiecentrum (WODC) en van het Nederlands Studiecentrum voor Rechtshandhaving (NSCR).