Vooreerst een waarschuwing : deze column gaat over Vlaamse verbeelding, folklore en enigma’s. Nederlandse criminologen kunnen zich beter onthouden. Indien ze dit toch lezen, gelieve u dan te onthouden van commentaar.
Dit kan immers iedereen overkomen.
Bij krieken van de morgen op 11 april 1934 stelde een kerkdienaar van de prachtige Sint-Baafskathedraal in Gent de verdwijning vast van
twee panelen van het Lam Gods, het mystieke meesterwerk van de gebroeders Van Eyck. Het meest kostbare van beide was dat van de “Rechtvaardige Rechters”. Sindsdien is de zoektocht naar deze panelen verbeten doorgezet door tientallen (amateur-)speurders.
Tot op de dag van vandaag heeft deze zoektocht niets opgeleverd. Het spreekt tot de verbeelding van criminologen : zoekgeraakte “Rechtvaardige Rechters”, niet? Vorige week nog (ik schrijf dit begin juli 2008, ruim meer dan 70 jaar na datum) heeft
het Gentse parket een spectaculaire zoekactie bevolen, incluis graafwerken, naar de “Rechtvaardige Rechters”. Het mocht niet baten. Ze bleven even onvindbaar, de “Rechtvaardige Rechters”. Een enigma…
In de tachtiger jaren, tussen 1982 en 1985, maakte de beruchte “Bende van Nijvel” 28 dodelijke slachtoffers, vooral ter gelegenheid van overvallen op warenhuizen van de Delhaize-keten. Het ging
om gruwelijke moorden, waarbij de vraag rees waarom een bende bij herhaling zo gewelddadig tekeer ging, terwijl de buit nauwelijks betekenisvol was. Jarenlang is de zoektocht naar de Bende voortgezet. De meest diverse onderzoekshypothesen werden geformuleerd
en onderzocht. Er werd zelfs een parlementaire commissie opgericht naar de Bende, die als gangmaker fungeerde voor de politiehervorming. Criminologen hebben hun licht laten schijnen op het dossier, tientallen boeken werden erover geproduceerd. Ik beken : in
een vorig leven heb ik me er ooit zelf aan bezondigd. De Bende kreeg intussen het statuut van een legende, een onbegrijpelijke rebus, gelijkend op de moord op JF Kennedy, hét mysterie van onze Lage Landen. Vijf rechercheurs werden gehandhaafd op dit
gerechtelijk onderzoek tot op vandaag : de zgn. “Cel Jumet” (ruim meer dan 20 jaar nadat de Bendecampagne van start ging). Een enigma…
In een verloren
hoekje van de “De Morgen” struikelde ik vandaag over een piepklein berichtje, waarin gemeld wordt dat de “Cel Jumet” bijkomende versterking krijgt van zeven speurders. Het kabinet van Justitie laat weten dat het nog niet duidelijk
is wanneer de versterking er precies komt, maar wellicht zal het september worden. Haast is er al lang niet meer bij, die indruk ontstaat tenminste. Een vrouwelijke Belgische “profiler”, speciaal opgeleid in de US door de FBI, na een doortocht
bij Scotland Yard, blijkt klaar te zijn met de analyse van het dossier. CSI in het kwadraat? En wij maar proberen uit te leggen aan criminologiestudenten dat “politiewerk iets anders is dan CSI-toestanden en profiling”. Op basis van haar werk zullen
“nieuwe onderzoeksdaden uitgevoerd worden”, zo wordt aangekondigd. Ik slik even, en … mijn gedachten dwalen af naar de “Rechtvaardige Rechters”.
Intussen
bedenk ik dat het strafrechtsapparaat afgelopen jaren alsmaar meer overbelast raakt en kraakt onder de groeiende werklast. De discussie loopt over “hoofdlijnen”, “prioriteitstellingen” en “recherchemanagement”. Politiechefs
onderhandelen droog : “Als ik dat hier moet doen, dan doe ik dat daar niet meer”. Het is het logische gevolg van een capaciteitsprobleem, zo wordt ons voorgehouden. “Er dringen zich onvermijdelijk keuzes op”. ’t Ja dan frons ik,
onwillekeurig. Ik wil niet de indruk wekken dat het Bende-dossier niet interessant en belangrijk zou zijn, integendeel. Daar is het mij niet om te doen. Hetgeen me bezighoudt is : wat een schat aan inzichten kan een dergelijk dossier opleveren voor criminologisch
onderzoek, al weze het maar om het functioneren van het (georganiseerde) criminele milieu diepgaander te leren kennen. Wat een schat ligt daar, enkel beroerd door die ene -ongetwijfeld begiftigde- “profiler”. Ik hoop dat men de daders nu eens eindelijk
vindt, dan wordt het misschien mogelijk om die schat op te delven voor andere, meer criminologische doeleinden, dan de loutere opsporing. Indien dat niet gebeurt, dán pas kun je rustig zeggen dat hier overinvesteringen hebben plaatsgevonden in deze
barre tijden van schaarste.